Kennis en innovatie cruciaal voor economische veiligheid

Consumenten en bedrijven profiteerden lange tijd van goedkope producten uit Azië, goedkoop gas uit Rusland, en goedkope defensie en innovatie uit Amerika. Door geopolitieke ontwikkelingen worden ook de kwetsbaarheden en economische afhankelijkheid hiervan zichtbaar.

Kennis en innovatie cruciaal voor economische veiligheid (header)

Dat is een van de conclusies uit de paper over economische veiligheid die TNO Vector publiceerde op het symposium Strategische Autonomie in een Open Economie begin juni in Den Haag. Andere pijlers van strategische autonomie die aan de orde kwamen zijn leveringszekerheid van energie, nationale veiligheid en digitale soevereiniteit.

Meer lezen over economische veiligheid?

Sterke maakindustrie

“Een van de sterke kanten van Nederland is dat het een aangename plek is om te wonen en te werken. Dat maakt ons aantrekkelijk voor hoogopgeleide mensen, waardoor we kennis kunnen ontwikkelen en hoogwaardige producten en diensten leveren. Maar het is geen garantie voor economische veiligheid. We moeten bijvoorbeeld onverminderd inzetten op een sterke maakindustrie die concurrerend is op de wereldmarkt. Ook is er meer aandacht nodig voor wat het bedrijfsleven de samenleving brengt en hen meer te betrekken in de discussies over strategische autonomie”, zeggen TNO-experts Elmer Rietveld en Joris Vierhout.

Positief bijdragen

Daarbij denken zij aan onderwerpen als op welke activiteiten willen we ons als land richten, waarin moeten we investeren, welke infrastructuur is nodig, verdeling van ruimte, logistieke knooppunten, energietransitie. Het gaat erom hoe het bedrijfsleven positief kan bijdragen aan de gewenste ontwikkelingen in plaats van de nadruk te leggen op wat bedrijven niet mogen. Meer wortel, minder stok.

Strategische afhankelijkheid wordt zichtbaar

In slechts een paar jaar tijd is de wereld compleet veranderd door covid, de inval in Oekraïne en de rol van China. Dat staat in schril contrast met de decennia daarvoor waarin vrijhandel en open economieën veel vanzelfsprekender waren. Leveringszekerheid van energie, grondstoffen, materialen en componenten waren min of meer gegarandeerd. Inmiddels nemen steeds meer landen protectionistische maatregelen en komt de opgebouwde afhankelijkheid van ons continent bloot te liggen. Er zijn alternatieven nodig. Dat begint bij kennis.

Kennis opbouwen

“We hebben wel kennis van waardeketens, in euro’s, maar niet van materiaalketens. We weten hoeveel euro we van een bepaald product uit een land in Azië kopen, maar niet hoeveel kilo, uit welke materialen het bestaat en waar die weer vandaan komen. Die kennis is nooit opgebouwd maar hebben we nu heel hard nodig om strategische beslissingen te nemen.”

Een Observatorium voor leveringsketens van grondstoffen

TNO is ook onderdeel van het initiatief tot de oprichting van een dienst gericht op grondstoffen leveringsketens. In Europa wordt dit doorgaans aangeduid als een “Materialen Observatorium”*. Deze dienst gaat data verzamelen van producten en goederen in alle stadia: van het delven van de benodigde grondstoffen tot het einde van de levensduur van het product. Het gaat hier om methodisch onderzoek om de materiële kant van de globale economie beter te begrijpen ten behoeve van onze economische veiligheid.

“Er is nooit geïnvesteerd in het in kaart brengen van globale ketens en alles wat erbij komt kijken, van grondstoffen, materialen, de routes die ze afleggen, waar het product wordt gemaakt, waaruit het bestaat, milieu-aspecten, enzovoorts. Daarom brengen we het observatorium onder bij de Geologische Dienst Nederland van TNO en zoeken we de samenwerking met ministeries, universiteiten, CBS, RIVM, HCSS, Clingendael, het bedrijfsleven. Hier moeten tal van expertises bij elkaar worden gebracht.”

Afhankelijkheid verminderen

Voor het vergroten van onze economische veiligheid is samenwerking, nationaal en Europees, onontbeerlijk. Ministeries, regionale overheden, SER, DNB, de planbureaus, en tal van ondersteunende diensten zijn hierbij nodig. De besluitvorming moet wel versnellen. Dat betekent mogelijk aanpassing van afwegingskaders, inkoop, wettelijke procedures en democratische spelregels.

“Willen we een rol blijven spelen in grootschalige transformaties zoals de energietransitie en digitalisering dan moeten er omstandigheden worden gecreëerd voor investeringen in een robuuste industriële waardeketen. Daar hoort adequate leveringszekerheid van grondstoffen en halffabricaten bij. In de EU gebeurt op dat gebied al het nodige zoals de Chips Act, de Net Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act die de afhankelijkheid van Europa van derde landen vermindert.”

Kansrijke interventies

De hamvraag is volgens de onderzoekers of beleidsvoornemens ook overtuigend zijn voor de bestuurskamers in het bedrijfsleven dat nodig is voor de noodzakelijke publiek-private investeringen. “De grote uitdaging is een cultuurverandering om grondig na te denken over democratie, markten, wetten en regels, en hoe effectief beleidsinterventies zijn. Het gaat erom tot betere publieke beslissingen te komen en besluitvorming te versnellen. Het bedrijfsleven niet alleen de wet voorschrijven maar nauw betrekken bij beleid. TNO kan daaraan bijdragen door aan te geven waar publieke interventies, via geld of regelgeving, in de markt kansrijk zijn.”

*Het Nederlands Materialen Observatorium (NMO) gaat in samenwerking met andere kennisinstellingen, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld de waardeketens van de voor Nederland belangrijke kritieke grondstoffen in kaart brengen en monitoren. Als TNO leggen we de basis voor het NMO en verwachten eind 2024 officieel van start te gaan.

Recente artikelen